Tinne Verbruggen geeft wiskunde in GO! atheneum Boom.
"Wiskunde is een topsport en 
het is dus heel belangrijk dat leerlingen ook nu blijven trainen. 
Hoe pak ik dit concreet aan …"
"Wel … De cursus 'vergelijkingen van de eerste graad met één onbekende' stak ik in een module van 8 lessen.
Deze 8 lessen zijn gemaakt in het programma bookwidgets. De vragen om tot de theorie van de module te komen, beantwoorden de leerlingen in een soort van quiz. Op het einde van elke les moeten de leerlingen een aantal oefeningen zelfstandig maken op een cursusblad. De antwoorden geven ze in: ze maken een foto van hun blad en voegen deze foto toe. Wanneer ze een les hebben ingediend, krijgen ze van mij feedback. Wat ze juist hadden, staat in het groen. Hun fouten in het rood en het juiste antwoord in het grijs. In het oranje staat mijn commentaar. Ik probeer deze zo kort en concreet te houden. Aan de hand van deze feedback verbeteren de leerlingen hun oefeningen van hun cursusblad. Deze cursusbladen komen samen in een Wiskunde-Corona map en houden ze bij."
"Het modelleren gebeurt nu via een filmpje in Edpuzzle waarin ik een voorbeeldoefening maak. Het leuke aan deze tool is dat je het filmpje kan stopzetten en de leerlingen een vraag stellen. Enkel wanneer ze die beantwoord hebben, gaat het filmpje verder. Als leerkracht kan jij de antwoorden van de leerlingen zien. Zo heb je een idee van wie het begrepen heeft en wie nog niet. Dit kost heel wat tijd en nog niet alle filmpjes zijn klaar. Om de leerlingen toch te helpen, geef ik ze een link naar een passend Wezooz filmpje."
"Uiteraard zitten de leerlingen soms vast en begrijpen ze hun fout niet of weten niet hoe ze een bepaalde vergelijking of vraagstuk moeten oplossen. Daarvoor is er elke dag een Q&A moment via smartschool live. Leerlingen stellen hun vraag. Ik beantwoord deze of maak samen met hen een oefening. De ene dag zijn er 5 leerlingen de andere dag 15."
"In het begin was het zowel voor mij als voor mijn leerlingen even zoeken. Voor de leerlingen om effectief aan de slag te gaan en voor mij om een goed evenwicht te vinden. In het begin zat ik van 8u tot 20u voor mijn computer. Langzaam vinden ze de weg en gaan ze aan de slag. Nu zijn bijna alle leerlingen gestart met de module en krijg ik stelselmatig opdrachten binnen. Iedereen werkt op zijn eigen tempo en krijgt individueel feedback. Ik mis het contact met de leerlingen, maar hoop ze op deze manier even goed te kunnen begeleiden."
Back to Top